‘Hoe kun je nu niet verliefd worden op een land dat chaos tot een structuur heeft weten te maken?

maandag 27 juni 2011

Cortona

In de namiddag besluiten we om in de auto te stappen, en naar Cortona te rijden. Een al bijna vaste gewoonte als we die dag geen andere dorpen bezoeken, en toch niet langer thuis kunnen blijven.
Als we de berg af zijn en beneden aan het eind van de vicolo de begaande weg op kunnen keren, stoppen we om daar ons huisvuil in de containers te gooien. Alle bewoners van onze berg kunnen hier hun afval dumpen, en dat wordt dan ook gretig gedaan. Het zou alleen ook handig zijn als die containers geleegd worden. Zwermen vliegen tollen om de openstaande laadkleppen heen, en ik spring dan ook zo snel mogelijk weer in de auto.
We staan midden tussen de zonnebloemvelden. In deze tijd van het jaar zijn ze hier op hun mooist. Het hele peloton van het linker veld staat met de nekken naar ons toegekeerd, en staat met zijn bloem in de zon. Het rechter veld doet vanzelfsprekend hetzelfde, en staat ons daardoor massaal aan te kijken. Een meer pittoresk en lieflijker beeld kan ik even niet bedenken. Natuurlijk klikt ook hier de camera, het levert hopelijk wederom mooi plaatjes op. Dat we deze vakantie al zeker duizend foto’s hebben gemaakt van zonnebloemvelden doet niets af aan onze drift om door te blijven fotograferen.
Tup drukt een nieuwe CD in het dashboard, en op de dreunen van Ace of Base (onze favoriete super foute vakantie muziek)rijden we richting Mercatale om vanaf daar onze weg voort te zetten richting Cortona. Na Mercatale belanden we wederom tussen de zonnebloemvelden. Langs de kant van de weg wordt een authentieke boerderij opnieuw gebouwd. Het is geweldig om te zien wat een vakwerk hier geleverd wordt. O.k. het zal ongetwijfeld op zijn Italiaans gaan, maar uiteindelijk staat hier een huis wat weer ontelbare generaties mee kan.
Geen enkele afwijking in de bouwstijl wordt hier getolereerd. Er moet gebouwd worden volgens zeer strikte regels, en dat is maar goed ook. Het zou een nachtmerrie zijn voor deze omgeving als ook hier de prefab zijn intrede zou doen.
In een bocht rijden we tegen het bordje van Rocca di Pierle aan. We besluiten om snel het weggetje haaks in te slaan, om even te gaan kijken wat er nu eigenlijk te zien valt.
Onder aan de voet van de ruïne, die boven op een rots is gebouwd, staan talloze huisjes, maar wederom lijkt het alsof ook dit gehucht volledig is uitgestorven, en totaal is verlaten. Bij een krakkemikkig boerderijtje aan de kant van de weg loopt een hond nieuwsgierig naar onze auto toe, maar hij doet geen enkele poging om te gaan blaffen. Loom van de hitte slentert hij langzaam achter ons aan om te kijken of we ook gaan stoppen. Uit een van de huisjes loopt een oud vrouwtje compleet met hoofddoekje en mattenklopper het trapje af. Ze volgt ons argwanend. We voelen ons hier volledig overbodig. Op pottenkijkers zitten ze hier niet te wachten, en wat doen we hier ook? We parkeren toch maar even onze auto, en stappen uit. De hond is zijn interesse voor ons verloren en loopt terug naar zijn erf. We klimmen een eindje verder door naar boven, en maken enkele foto’s.



De ruïne zelf is vol gegroeid met klimop, en de huisje die er tegenaan lijken te leunen zullen niet veel in leeftijd verschillen.

Het oude vrouwtje is weer achter haar deur verdwenen, en de hond is nergens meer te bekennen. In het kleine wijnveldje naast onze auto is ook niemand. Voor het eerst vinden we het jammer dat hier geen enkele toerist loopt, we voelen ons hier ongemakkelijk en overbodig. Gepakt door de sinistere sfeer die hier ongetwijfeld onbedoeld hangt lopen we terug naar de auto. We willen hier over een aantal jaren absoluut geen draaimolens met ansichtkaarten zien staan, maar iets meer welkom mag ook wel.

Enigszins gedesillusioneerd keren we beneden de weg weer op en rijden richting Cortona. Al snel worden we weer gegrepen door de omgeving, en we vrolijken op. Het is hier zo ongelofelijk groen. De berm is verder helemaal overspoeld met brem, en ik inhaleer diep de gezonde boslucht in, en geniet van de verkoeling die de schaduw van de zwaar overgroeiende bomen ons bezorgen. Bocht om bocht rijden we in de schaduw, en die is extra heerlijk nadat je weer even in de zon hebt gereden. Andersom geeft gek genoeg ook weer datzelfde gevoel. De ene vallei verdwijnt achter de laatste bocht, en de volgende komt al weer in zicht. Val di Chiana ligt nu ver beneden ons, en ik zie al de eerste tekenen van de bebouwing van Camucia, maar het duurt nog een hele rit aan slingerbochten voordat we daar zijn.



Voor ons rijdt een tractor met aanhanger, en het is onmogelijk om die hier te passeren. We accepteren met dit noodlot, en met plezier blijven we hem volgen. Op een breed stuk duikt hij zo ver als mogelijk de berm in en geeft ons op die manier de kans om hem voorbij te gaan. Ik geef gas, en trek op langs de tractor. We groeten elkaar, en wij stuiven door naar beneden. Beneden in de vallei komen we op vlakke grond terecht, en kunnen eindelijk even een stukje gas geven, om vervolgens weer achter een witte panda te belanden. Twee dames zitten uitgebreid in de Panda met elkaar te discussiëren, en even volgen we dit theater op wielen. De auto mindert langzaam vaart, en draait plotseling zonder gebruik van knipperlicht, waarom zouden ze ook?, naar rechts, en verdwijnt het landweggetje aldaar in. Als dit niet inheems is dan weet ik het ook niet meer. We life in a free World.
Enkele gehuchtjes rijden we door, en dan rijden we weer de volgende berg in richting Cortona. We genieten van de omgeving, en alles wat er in thuis hoort, en vinden het dan ook helemaal niet vervelend om voor de tweede keer achter een tractor te stranden. Het geeft ons alle kans om uitgebreid van de aanblik op de stad te genieten. Links naast de weg ligt een kerkje. En we parkeren snel de auto in de berm voor de nodige en onvermijdelijke foto’s. de vele cipressen aan de kant van de weg geven me daarnaast ook nog eens de ideale gelegenheid om de auto eens goed op de foto te zetten. De cabrio is een trots en nieuw bezit, en kinderlijke blijheid is niemand vreemd.



We komen er eindelijk achter hoe deze eeneiige tweeling van het kerkje aan de andere kant van Cortona heet: De Santa Maria della Grazie al Calcinaio. Hè hè, nu zijn we eindelijk niet dom meer, en we stappen weer in de auto om verder door te rijden naar boven.
Op de parkeerplaats bij de stadspoort zetten we de auto in de schaduw van de stadsmuur, en slenteren de poort door naar boven. En zo ben je continue bezig om naar boven te gaan, want ook hier kom je er niet makkelijk van af. Als je na de poort denk: nu komt er zo’n pleintje. Jammer, je moet nog een hele klim naar boven. Een stel Amerikaanse studenten wauwelt met het schetsboek onder de arm naar beneden. Wij sjokken in een langzaam tempo naar boven.
Enkele oude mannetjes zitten vanuit een open deur dit hele tafereel te volgen. Ze zullen waarschijnlijk blij zijn als Cortona in het najaar voor enkele maanden weer aan hun terug wordt gegeven.

We maken elkaar attent op de meubelmaker die in een van de schuren zijn ambacht staat te beoefenen. De vergelijking met Gepetto is dan ook snel gemaakt. De man staat in een halfverlichte werkplaats midden tussen een hoop antiek een stoel te bekleden. We zien in een oogopslag heel wat mooie stukken staan die zo rechtstreeks ons niet bestaande huis in kunnen.
Achter heel wat deuren van al deze straatjes zitten meer van dit soort ambachten. Is het dan idyllisch omdat het nog echt iets is uit deze streek? Of zorgt de omgeving hier, en de oude huizen er voor dat we dat gevoel hebben, en komen al deze ambachten ook nog gewoon bij ons voor? Ik denk het laatste, maar het voelt als het eerste.
In een zijstraatje staat een toerist zijn flesje bij te vullen bij een waterpomp terwijl zijn vriendin hem staat te fotograferen. Ik loop ook naar de pomp om mijn handen even op te frissen, en drink gulzig enkele slokken vanuit mijn handpalmen. Tup staat tegen een gevel bij te komen van de inspanningen die we tot nu toe hebben geleverd. ‘waarom ligt zo’n plein dan ook helemaal boven’, klaagt hij cynisch, en we slenteren verder.



Bij de groenteboer op de hoek van de piazza staan enkele toeristen de eigenaar gretig uit te horen over de plaatselijke specialiteiten, en waarschijnlijk willen ze ondertussen eigenlijk alleen maar weten hoe vaak Francis hier komt. De trotse groenteboer speelt het spel maar wat graag mee. Recht er tegenover zit een café. Binnen staan twee agenten met een ijsje in hun hand te geinen met een plaatselijke schoonheid. Buiten staat een minder mooie uitgave in de vorm van een vrouwelijke agente heel erg belangrijk de langsrijdende Vespa en Panda de rijrichting te wijzen. De zonnebrillen achter beide sturen nemen geen enkele notie van de agente, en stuiven onverstoord door.

De weg is eenrichtingsverkeer, dus erg veel andere kanten kun je ook niet op hier. De politie schijnt hier gedoemd te zijn tot overbodigheid, en dient slecht als wegwijzer voor vragende toeristen en fout parkerende automobilisten, die hier natuurlijk altijd de overtuigende onschuld in spelen en in geen eeuwen willen aannemen dat ze fout zitten. Op de grote trap naar de raadszaal zitten enkele mensen uit te rusten, te lezen of gewoon te genieten van de levendigheid op de piazza. Dit plein doet mij altijd denken aan een operadecor, van bijvoorbeeld Carmen. Vanaf de terrasjes bekeken is het dan ook overduidelijk erg geschikt voor dit doel, en het is dan ook niet gek dat hier in het seizoen regelmatig openluchtvoorstellingen worden gegeven.
Maar het beste theater vindt toch wel iedere dag plaats, het dagelijkse leven is hier de non stop voorstelling. Op de terrasjes is het een gezellige drukte van babbelende mensen die niet geholpen worden. Het is onbekend waar het terras bij hoort, men vermoed bij het dichtstbijzijnde café in de Via Nazionale, maar niemand kan het met zekerheid zeggen omdat niemand heeft besteld, en er in geen velden of wegen een ober te bekennen is.
Ook wij nemen plaats op het terras, en wachten geduldig af terwijl we ons te goed doen aan de live voorstelling voor ons.



Het tafeltje achter ons heeft lang genoeg gewacht, en staat zuchtend op. Ze vertrekken naar een ander terras. Gelijk hebben ze, maar we zitten hier goed. Dat drinken komt later wel, we hebben ogen en oren tekort om hier alles te kunnen volgen en hebben niet eens tijd om aan drinken te denken.
Een Amerikaanse ‘zakenman op vakantie’ blaat uitgebreid door zijn mobiele telefoon tegen schijnbaar zijn secretaresse over faxen en meetings, en het verpest voor iedereen de idylle.



Als we toch zin in een biertje beginnen te krijgen, en genoeg hebben van de stoïcijnse lompheid van deze yankee, staan we op en lopen de via Nazionale in om naar ons vaste terrasje te gaan. De stoeltjes staan er wankel in de regengoot, en je zit dan ook te schommelen met je biertje in de hand, maar de belangrijkste looproute voor de inwoners van Cortona en zijn toeristen is door deze straat, en het schouwspel is hier misschien wel nog beter dan op de piazza.
Enkele tafels staan voor de plaatselijke kapsalon. Het is er binnen een drukte van belang, maar er wordt niemand geknipt. Wel wordt er waarschijnlijk een voor het dorp belangrijk maatschappelijk probleem opgelost waar ze mee worstelen. Althans, zo ziet het er uit.
We gaan bij het tafeltje rechts naast de kapsalon zitten. Schuin tegenover ons is een smal paadje wat tussen de panden door naar boven loopt, en leidt naar veel verstopte voordeuren. Het steegje heeft nummer 41, het geluksnummer van mijn ouders. Een gezegende plek.
De ober loopt naar buiten. Hij herkent ons direct, en lacht vriendelijk. Hij zet twee drankjes op de tafel van twee Amerikaanse studentes, en doet een foute poging van een Italiaanse man die versiert. Het ziet er erg krampachtig uit, en zelfs wij voelen ons er ongemakkelijk door. De meiden blijven doodstil zitten alsof hij dan wel automatisch verdwijnt. Hij geeft het gelukkig op, en loopt door naar ons.
De meiden pakken hun glas en kijken gearrangeerd achteloos en semi ontspannen het steegje in.
De ober stuntelt in het Engels, en wij stuntelen in het Italiaans. We begrijpen elkaar niet, maar we begrijpen elkaar. De ober loopt naar binnen om onze bestelling te regelen. Eindelijk zijn we allemaal gelukkig. Ik glimlach met begrip naar een van de studentes. Ze rolt met haar ogen naar boven, en zwaait met haar linker hand een ‘ach ja’ gebaar in de lucht.

We richten ons op waar we voor gekomen zijn. De namiddagdrukte komt op gang. Slenterende toeristen lopen met plattegronden en camera’s. de Nederlanders pikken we er met gemak uit. Ze lopen altijd een beetje ongemakkelijk, alsof ze op een feest zijn waar ze niemand kennen, en niet echt weten hoe ze zich gewoon moeten overgeven. Er tussendoor loopt een steeds grotere aanwas van locals. Moeders met kinderwagens zijn al omgekleed op weg voor de avondwandeling, de passegiare. Het is ongelofelijk om te zien hoe er in zuidelijke landen met baby’s wordt gesleept. Tot laat na middernacht gaan ze mee als accessoire, al liggen ze al uren in dromenland in de kinderwagen. In Nederland gaan de kinderen op tijdnaar bed, of zitten de hele avond achter de Xbox, Wii, computer of TV. Niet hier, zo lijkt het althans. Het leven speelt zich af op straat, en niet achter de gordijnen.



Een Italiaanse dochter op middelbare leeftijd sleept haar moeder met zich mee aan haar arm. Moeder is opgemaakt om uit te gaan. De dochter loopt met haar vrije hand druk haar gesprek te dirigeren. Moeder luistert niet naar haar non stop dialoog, ze is te druk bezig om met haar hakken niet te struikelen tussen de klinkers, en regelmatig zien we haar dan ook wankelen en herstellen.
We hebben medelijden met haar, maar dochterlief heeft niets door, en blaat rustig door, met een soevereine houding alsof ze de burgemeester van Cortona is. Een houding die me wel vaker opvalt bij de deelnemers van de passegaire, een bepaalde trotse maar ontspannen houding die me erg aanspreekt, maar die wij noordelingen niet echt kennen.
De ober zet onze drankjes keurig op de onderzetters, en loopt door naar de volgende net aangeschoven tafel. Ook deze mensen zaten straks op het onbemande terras, en hebben het ook op een andere boeg gegooid.
Bij de Tabaccherie hebben we geprofiteerd van de postzegelverkoop , en hebben we gelijk onze verplichte zwik ansichtkaarten uit de molen getrokken. Nu we rustig in de avondzon op het terrasje zitten te ontspannen, en alle tijd van de wereld hebben, beginnen we met het schrijven er van.
We likken de postzegels, en schudden wat teksten uit onze mouw. Van de meesten kennen we de adressen wel uit ons hoofd, degene die we niet weten gooien we morgen wel ergens anders op de bus.
De stroom voorbijgangers gaat onophoudelijk door. Iedereen groet elkaar, en menig voorbijganger zwaait bij de kapsalon naar binnen. De sociale controle moet hier nog ouderwets groot zijn. De problemen zullen hier veelal binnen de stadsmuren worden opgelost, en anders is er nog een laatste kans op de grote donderdagochtendmarkt in Camucia.
Ik krijg op eens de drang om ontzettend ontspannen een krantje te lezen. Terwijl Tup blijft doorschrijven aan zijn stapel ansichtkaarten loop ik naar de kiosk om te kijken of ze er de telegraaf van gisteren verkopen.
Midden op straat staat een groepje dat elkaar net is tegengekomen met elkaar te kletsen. De dames hebben hun vestjes losjes om hun schouders hangen. Af en toe lijkt dat vestje op een geheime code omdat echt iedereen het lijkt te doen, maar het is toch vooral voor de avondfrisheid die hier snel op kan komen zetten, ondanks de hitte overdag.
Onverstoord babbelen ze met elkaar. De stroom voorbijgangers buigt zich zonder moeite om de dames heen. Een AD van gisteren rijker loop ik terug naar Tup. Die is klaar met schrijven, en loopt bij mijn terugkeer naar de brievenbus op de Piazza om de eerste lading kaarten alvast te posten. Praktisch gezien kan dat ook straks als we er toch langs lopen, maar het zijn juist deze ontspannen overbodige acties die zorgen dat we ons hier nog meer thuis voelen.
In de krant ga ik vluchtig over de koppen, ik heb geen zin in moeilijke informatie. Ook voor de kranten is het komkommertijd in de zomer en bij gebrek aan voldoende ellende worden ze dan ook gevuld met gekeuvel over geboren kalveren op het zomerse platteland en verhitte ambtenaren op de terrassen van de grote steden. Ook het thuisland wordt verwend met lang aanhoudende hitte, en de foto’s van de meer dan overvolle stranden met vadsige bezwete sbs6 kijkers doen me dan ook de rillingen over de rug lopen. Ik moet er niet aan denken om daar tussen te moeten lopen.
Gelukkig is de sfeer hier een stuk beter, en is de ruimte en de lucht hier een stuk aangenamer. De enige die hier mijn vierkante meters privacy vult is Tup, die terug is gekeerd van het kaarten posten.
ik geef hem het voorste deel van de krant, en ook hij huivert bij het zien van de onsmakelijke foto op de voorkant. Hij ademt snel in en uit, en neemt vlug het beeld om ons heen in zich op om er zeker van te zijn dat hij hier zit, en niet daar. Een uur zitten we vervolgens in de krant te bladeren en te lezen, af en toe dromen we doelloos om ons heen en staren we in de langslopende stoet mensen. Als iemand nu in zijn handen zou klappen zou ik me kapot schrikken, we zijn in een enorme roes van ontspanning terecht gekomen. Uiteindelijk rekenen we af met de ober. We weten alle drie dat we hier morgen om deze tijd ook weer zitten.
We verdwijnen tussen de mensen die de via Nazionale doorstromen, en struinen langs de vele winkeltjes. Hun aanlokkelijke etalages en buiten uitgestalde goederen lokken je gewoon naar binnen om te kopen, al weet je niet echt waar je het voor nodig hebt. Heerlijk.
Tup is van plan om uitgebreid op bordenjacht te gaan. Verderop in de straat zit een heerlijk potterette die uitsluitend aardewerk verkoopt met het patroon Cortona. En laat dat nou net het patroon zijn waar Tup zijn hart aan verpand heeft.
Achter de toonbank staat zoonlief heftig en deskundig de aankopen van een stel Engelsen in te pakken. Moeder staat keurend haar zoon gezelschap te houden. Al haar zoons zijn in de financiën gegaan, en de benjamin van de familie bleef een beetje achter. Moeder besloot om van haar gespaarde centjes een winkeltje voor hem te openen. Dit scenario hebben we volledig zelf bedacht, maar het ziet er nou eenmaal zo uit, dus we besluiten dat het zo is.



De winkel is niet groot, maar zoals in alle potterettes is het er heerlijk om in rond te struinen. Je wilt gewoon dat ene gouden ei ontdekken. Borden, schalen, bekers, eierdopjes, peper- en zout stelletjes, pastapotten en hele series potten voor ontelbare soorten kruiden. Je kunt het zo gek niet bedenken of het staat er allemaal in het karakteristiek geschilderde patroon, en te roepen om gekocht te worden.

Het is niet handbeschilderd door zoonlief zelf zoals een naïeve Hollander vorige keer aan hem vroeg. Mijn mond viel open, en zoonlief wist niet hoe snel hij het moest herstellen zonder van zijn voetstuk te vallen. Waarschijnlijk is het door dagloners ergens in deze vallei wel met de hand beschilderd, en dat kunnen we dan ook alleen maar hopen.
Uitzondering op het standaard patroon in deze winkel zijn de enorme salontafel lampen die op de bovenste planken staan uitgestald. Als ik een huis had met de juiste ruimte, en in de juiste omgeving, had ik ze direct gekocht, maar helaas kan ik er in mijn flatje helemaal niets mee. Ze zouden twee draconische ornamenten in mijn woonkamer vormen die niet alleen alle loopruimte zouden opslokken maar ook volledig de plank mis zouden slaan. Bij deze lampen denk je direct aan oversized woonkamers met enorme plofbanken volgestuft met handgemaakte velours kussens, die we dan natuurlijk bij de elegante dame in Spoleto hebben gekocht. Dit alles hebben wij niet, dus we laten ze staan.
Tup heeft ondertussen de borden gevonden die hij zoekt, maar dat is iets te snel naar onze zin. We moeten natuurlijk nog langs alle potterettes in het dorp, gewoon omdat het gezellig is, en weten zelf ook wel dat we straks voor we de stad uit gaan eerst hier langs lopen om de borden te kopen.

We slenteren de via Nazionale af, en komen langs de enige CD zaak van deze omgeving. Als we de parkeerplaats aan het eind van de straat oversteken leunen we over de stadsmuur en verkennen gretig de omgeving. We proberen vanaf hier de Coop in Camucia te vinden, maar die ligt waarschijnlijk aan de andere kant van Cortona, en buiten het zicht. Straks gaan we er in ieder geval naar toe om zwaar inkopen te doen zodat we ons een aantal dagen kunnen opsluiten op onze berg. We lopen terug naar de piazza della Repubblica, en vervolgen onze weg langs de trappen naar de piazza waar op zaterdag de markt is. Het is er nu opvallend rustig. Enkele mensen zitten op de terrasjes van de Sandy bar en van de ijscoboer. 3 locale dametjes staan midden op de piazza met elkaar te keuvelen.
Op een muurtje zit een buitenlandse student het door middeleeuwse huizen omzoomde piazza te schilderen. Althans, dat denk ik, want hij kan ook bijvoorbeeld Goofy of Pluto schilderen, dat kan ik vanaf hier niet zien. Maar ik houdt het idyllisch gezien op het eerste.

Een ruimte op de andere hoek van het plein betreed je via enkele uitgesleten stenen traptreden naar beneden. Ook hier staan alle wanden, hoeken en gaten volgestouwd met aardewerk. Je zal hier maar moeten schoonmaken. Geen centimeter is ongebruikt gebleven. Aan de wand hangen geweldige schilderijen. Wederom voor het juiste huis. Vooral de lijsten vallen ons op. Die heb ik bij ons nog nooit gevonden. De passe partout lijsten zijn hier zo indrukwekkend mooi dat het schilderij bijna overbodig is. Of nee, ik zeg het verkeerd. Het maakt niet uit wat voor een onbeduidende afbeelding je er in doet, het wordt een geweldig resultaat door de lijst die er omheen zit.
Als we weer naar buiten lopen omdat er helemaal niemand is komen kijken in de tijd dat wij er waren, lopen we in een andere steeg weer tegen de volgende overvolle potterette aan. De vrouwelijke agente die wij vooral kennen van de zaterdagmorgenmarkt, we noemen haar Trudy, staat hier op de hoek verantwoordelijk en gezaghebbend orgaan te zijn. De Piazza della Repubblica moet het blijkbaar even zonder haar doen. Ja, ze kan ook niet overal tegelijk zijn met deze drukke baan.
Binnen staat moeder met baby achter de toonbank. Voor de toonbank staat een babbelende buurvrouw. De baby wordt al oechiekoechi-end en kirrend heen en weer geslingerd tussen moeder en buurvrouw. De kinderwagen staat recht voor de ingang, en terwijl de dames onverstoord doorgaan wringen wij ons langs de kinderwagen bang om anders allerlei borden en schalen om te gooien. De moeder achter de toonbank ziet dat we met heel veel moeite binnen komen en ze groet ons vriendelijk. De ooh’s en aah’s en de oedikoedie oetiepoeties vullen de ruimte, en de moeder staat lachend de baby te waarschuwen voor het feit dat het niet de bedoeling was om de rekenmachine in het glas water te gooien dat naast de kassa staat. Terwijl de buurvrouw de pennen en het pakpapier weer van de grond opraapt dat door de baby zojuist achteloos van de counter is geslagen, neuzen wij zo goed als mogelijk rustig door de zaak heen.

We zien niet echt wat we zoeken. De zaak is voornamelijk gevuld met het algemene aanbod, en dat kennen we wel, en we wringen ons weer langs de kinderwagen. Wel weer mooi is de indrukwekkende waterpomp die handbeschilderd en al om aandacht staat te vragen naast de ingang. Maar ook daar heb ik weer geen plek voor, en al balend van mijn kleine balkon lopen we terug naar de via Nazionale. In een Enoteca even verderop zit een vrouw met een baby op schoot op de winkel van een ander te passen. Ik heb nog nooit ergens mensen zo makkelijk een winkel zien bestieren als in de winkeltjes op het Italiaanse platteland.

Als we de winkel in de via Nazionale inlopen groet moeder ons al herkennend, en probeert zoonlief al in te seinen. Die heeft niet het instinkt van zijn moeder, en is op zijn gemak aan het inpakken achter de kassa. In deze winkel is constant actie, en dat geeft een goed gevoel. Het is er georganiseerd, schoon, en we zijn verliefd op moeder. Hier gaan we kopen, en we stapelen de beste 6 borden van de grote stapel bij elkaar voor onszelf en zetten ze voorzichtig op de toonbank. We willen eigenlijk ook het kleinere formaat bord alvast 6x kopen, maar ja we moeten natuurlijk wel een reden hebben om als fanclub van moeder terug te komen. Dus voor vandaag laten we het hier bij. Zoonlief pakt de borden stevig in een stel oude kranten, en wikkelt die dan weer stevig in wit papier. Alles wordt keurig en voorzichtig in 2 plastic tassen getild, en we rekenen af. Moeder is trots op zoonlief en op ons, en we bedanken elkaar allemaal vriendelijk. Trots als kinderen lopen we met onze aankopen de winkel weer uit, en besluiten richting de auto te lopen. We zijn klaar in Cortona, en klaar om naar de Coop te gaan, de volgende attractie van de Val di Chiana.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten