‘Hoe kun je nu niet verliefd worden op een land dat chaos tot een structuur heeft weten te maken?

maandag 27 juni 2011

Il Moro - Montalla

Het huis bij Cortona heeft zoals veel boerenwoningen in Italië het leefgedeelte op de eerste verdieping, die je betreedt via een stenen trap die uitkomt op de veranda. Oorspronkelijk zaten op de begane grond de stallen. Tegenwoordig worden de ruimtes vooral gebruikt als opslag, of als uitbreiding van de woning. In geval van dit huis is het een in onbruik geraakte aaneensluiting van duistere vertrekken die slechts nog schaars daglicht opvangen door half dichtgegroeide raampjes. Dichtgegroeid door groen, vuil en spinnenwebben. Vooral veel spinnenwebben. Een van de ruimtes mist al jaren zijn houten deuren, en hebben wij gebombardeerd tot garage. De al aardig onder het Toscaanse zand zittende auto staat al een paar dagen in deze koele ruimte, veilig uit de genadeloze zon. We weten niet of het een officiële garage is, maar voor ons heiligt zeker in dit geval het doel de middelen. Ik heb wel eens om het hoekje een van de ruimtes in staan gluren, maar tot meer dan dat is het eigenlijk nooit gekomen. Bang om ladingen dode en levende spinnen over me heen te krijgen, en te struikelen over oude verdwaalde attributen om vervolgens met mijn gezicht vol op de vuile grond te belanden heeft me altijd tegen gehouden om deze onbekende ruimtes te verkennen. Vanmorgen heb ik mijn lefslippers aangetrokken en won mijn nieuwsgierigheid het van de twijfel. Mijn speurtocht begin ik dan ook in de garage, het doorgebouwde gedeelte naast het oorspronkelijke huis.



Naast de stoffige auto liggen stapels met balken, klaar om bij de eerst volgende restauratie te worden gebruikt. Wanneer die is, is blijkbaar al jaren onbekend. De balken zijn overwoekerd door stof en door vele lagen spinnenwebben, die als jaarringen over elkaar heen zijn gesponnen. De balken zullen hier voorlopig nog wel blijven liggen. Bij de voorband van de auto ligt een lekke voetbal al jaren enorm lek te zijn, en op de balken lag een overblijfsel van wat ooit een mooie grote parasol moet zijn geweest. De auto is stoffig, en begint zich al aardig thuis te voelen in deze omgeving. Ik loop om de auto heen en voel de naar binnen vallende zon op mijn armen branden. Nu weet ik weer waarom ik even uit de zon ben gevlucht, en deze koele onbekende ruimtes heb opgezocht.
Een grote opening geeft doorgang tot de volgende ruimte. Spinnen hebben al aardig hun best gedaan om de ingang kleiner te maken dan oorspronkelijk de bedoeling was. Voorzichtig kijk ik om de hoek, de verlichting die ik van achter me krijg inclusief de schaarse verlichting die nog weet door te dringen door het enige stoffige raampje dat de ruimte rijk is, geven mij een kijk op eigenlijk niets. De ruimte is lager gelegen dan de garage en ik doe een stap naar beneden, maar niet denkend aan wat er allemaal eventueel aan mijn lichaam vast hangt of er op kan vallen. Geen tegels op de vloer, geen gestort cement, niet eens planken. Nog gewoon een oorspronkelijke zandvloer. In het midden ligt een vertrapte ligstoel, en verder liggen er her en der lege plastic waterflessen. En dat is dan het volledige interieur.
Enigszins teleurgesteld steek ik voorzichtig over naar de recht tegenover gelegen volgende deuropening. Spiedend naar het plafond naar zeldzame diersoorten die zijn geëvolueerd om niets anders te doen dan toeristen te terroriseren. Een soort natuurlijke buffer die er voor moet zorgen dat niet iedere malloot hier een krot opkoopt en ombouwt tot een ‘authentieke’ woning. Misschien hangen er zelfs wel vleermuizen aan het plafond, weet ik veel. Ik stap weer een tree naar boven, en sta gelijk in de volgende ruimte die een royale wijnkelder blijkt te zijn. Nou ja zeg, dit ga je niet menen. In ons eigen huis zit al jaren een authentieke wijnkelder verstopt inclusief een volledige druivenpers installatie die olijk midden in de ruimte enorm niet gebruikt staat te zijn, doodzonde. Ik klop de eerste webslierten uit mijn haar en van mijn armen en tel de grote hoeveelheid mandflessen die uitgestald staan in de ruimte. Elke mandfles is minimaal goed voor 30 liter wijn, dus we kunnen hier een aardig feestje gaan geven.
Een kleine kurkmachine staat in een hoek onder het stof te vergaan, op het hout zit een metalen plaatje geschroefd. Op het plaatje staat een serie nummer gegraveerd, er onder staat ‘Umbrië’ Dit ding is geld waard, inpakken en direct naar een antiekhandelaar rijden! Achter de stapel mandflessen staat een grote destilleermachine. Ongelofelijk, een middagje schoonmaken en we kunnen direct aan de slag met onze eigen wijnhandel. Nu alleen nog een wijngaard regelen, dat zou wel zo handig zijn.
Onder het miezerige stalraampje staat een oud stoeltje met een kapotte zitting. Waarom zo’n ding bewaard wordt vraag ik me af, maar misschien dat de eigenaren van dit huis het idee hebben hem ooit opnieuw te laten voorzien van een gevlochten zitting. Twee grote deuren gaan mij hopelijk het broodnodige daglicht verschaffen, en ik ruk aan de grendel. Langzaam komt het hele gevaarte krakend in beweging, en het felle zonlicht zoekt direct een weg door de beschikbaar komende ruimte tussen de twee deuren. Beide deuren duw ik langzaam helemaal open. Het zonlicht rolt royaal over de apparatuur heen die in jaren geen licht meer hebben gevoeld en gezien. Naast een van de deuren staat nog een verlaten stoeltje wankel op zijn poten, een lege wijnfles ligt er op zijn kant naast. Aan het plafond ontwaar ik een lichtpeertje, en naast de deur ontdek ik de bijbehorende schakelaar. Zonder verwachtingspatroon klik ik de schakelaar omhoog, en minder idyllisch dan ik had gedacht springt het lampje direct aan. Direct met de stroom ratelen de eerste data door mijn hoofd wanneer wij een wijnproeferij voor onze buren gaan organiseren. Wat een geweldige toevoeging aan dit heerlijke vakantiehuis. Dat we volgende week al weer verder trekken naar de volgende woning daar denk ik nog maar even niet aan.

Om het hele tafereel goed in me op te kunnen nemen loop ik naar buiten, en van een afstand sta ik naar een live ansichtkaart te kijken. Dit wil je gewoon zien als toerist in je eigen gehuurde stukje Toscane. Langs de toog van de veranda hangt de bougainville royaal over de randen heen. Klimrozen groeien richting de dakrand. De bloembakken op de rand van de veranda geven een minimaal doorkijkje op de achtergelegen eettafel. Onder de veranda staat een oude gammele bank, houtworm is al jaren bezig om de arme ziel door zijn poten te krijgen. Achter de opengeslagen deuren van de herontdekte ruimte staat een complete wijninstallatie te gloeien in de naar binnen vallende middagzon. De verzameling lege wijnmanden versterken het pittoreske beeld. Met enige zelfvoldoening loop ik weer naar binnen.
De volgende ruimte wordt pas echt leuk. De deur ontbreekt dus ik had al wat blikken naar binnen geworpen. Hier wordt alles opgeslagen wat niet wordt gebruikt, of binnenkort gebruikt gaat worden door de familie Fontelunga, de verhuurders van het huis, en bezitters van menig boerenhoeve in de val di Chiana.
Ik duw mezelf geheel murw geworden van al het vuil door een gordijn van webben en zie in een oogopslag al een paar dingen die ik zo wel zou willen inladen en mee zou willen nemen naar huis. Stapels met bankjes vullen een groot gedeelte van het huis, geschikt om een heel dorpsfeest te voorzien van een zitplek. Geen idee wat ze er allemaal mee moeten, maar het beeld van een wijnfeest onder de met lampions gevulde bomen in de tuin komt weer boven drijven. Verder staan er enkele bureautjes en kaptafels over elkaar heen gestapeld. De overgebleven holtes zijn opgevuld met alleen maar bureaustoeltjes. Hier geen lichtpeertjes aan het plafond. Wel weer een raampje wat perfect en 100% ecologisch is dichtgegroeid in een moeiteloze samenwerking tussen spin en stof. Ik probeer een kaptafeltje te verplaatsen, voorzichtig, niet alleen om alles heel te houden, maar vooral uit een soort van angst, want er kan ik weet niet wat voor schorpioenen een nest aan het uitbroeien zijn onder de tafel. Heeft een schorpioen een nest? Ik weet het niet, maar ik wil daar nu even niet achter komen. Het kaptafeltje is zo’n typisch nietszeggend gevalletje wat je in bijna alle vakantieboerderijen wel tegenkomt. Goed bedoelde folklore die gelijk de toerist in een authentiek atmosfeer moet brengen. Het stelt niet zoveel voor. Het ding is opgebouwd uit geplakt hout, ik schat productie in de jaren ’50. Het blad is van wit plastic, in het midden zit een ingebouwde wasbak. Al is hij waarschijnlijk niet veel waard, toch zou ik er direct een bod op doen, zij het dat een groot gedeelte van de bagage dan hier moet blijven om het geval inderdaad mee te nemen.
Op een van de hoeken van de bankjes ligt een stapel lijsten. Ik blader door het assortiment, af en toe het vuil van de glasplaten vegend om de afgebeelde tafereeltjes beter te kunnen bekijken. Ook hier geen gouden ontdekking, het zijn nietszeggende exemplaren met inwisselbare afbeeldingen. Nu blijkt wel dat de minst onbeduidende exemplaren boven op onze slaapkamers hangen, en dat de restanten hier opgeslagen liggen, doelloos wachtend op een bestemming die waarschijnlijk niet meer gaat komen. We hadden al staan lachen bij al die niemendalletjes die her en der aan de muren getimmerd hangen, maar deze exemplaren tonen wel aan dat de eigenaren toch hun best hebben gedaan om de juiste selectie te maken. Mijn speurtocht houdt acuut op bij de laatste ruimte die ik probeer te betreden. Deze is zwaar vergrendeld, en de massief houten deur is met geen mogelijkheid in beweging te krijgen. Het lijkt er zelfs op dat iets aan de andere kant er tegenaan duwt.
Ik druk het lichtpeertje in onze wijnhal uit en loop door de openslaande deuren weer naar buiten. De apparatuur mag even heerlijk doorwaaien in de namiddagzon. Daarna zullen de deuren helaas weer dicht moeten om te wachten op een moment die hopelijk ooit weer gaat komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten