‘Hoe kun je nu niet verliefd worden op een land dat chaos tot een structuur heeft weten te maken?

maandag 27 juni 2011

Markt in Cortona

De markt op zaterdagmorgen in Cortona is altijd een locale happening die zijn weerga niet kent. Althans, zo lijkt het.
Als we ’s morgens om 9 uur de auto de parkeerplaats bij de hoofdpoort opdraaien is het al aardig zoeken naar een parkeerplekje. Toeristen zijn zich aan het uitchecken, en sjouwen hun bagage terug naar de auto, de bus of de taxi. Op zaterdag is de wisseling van de wacht, en voor deze toeristen zit de vakantie er weer op. Vanmiddag komt er een nieuwe lading. Van dit alles trekt de autonome bevolking, die zich ook op de parkeerplaats verzameld, zich niets aan. Als een soort tweede laag in de werkelijkheid beweegt deze groepering zich al pratend en gebarend in de tegenovergestelde richting de poort door naar boven.
We weten onze auto met moeite tussen een stoffige witte panda en een uit de kluiten gewassen boomwortel te proppen, en vervolgens lopen ook wij druk pratend en vol verwachting richting de markt naar boven. Het is deze vakantie onze eerste zaterdagmorgen markt. De laatste is al weer ruim een jaar geleden, dus we zijn zo opgelaten als een stel kleine kinderen voor de ingang van Disneyland Parijs.
Direct na de poort gaan de luiken van de eerste potterettes al weer open. Het schildersatelier opent ook al de luiken, en de vrouwelijke eigenaren praten onophoudelijk tegen elkaar door terwijl ze perfect simultaan hun koopwaar beginnen uit te stallen en op te hangen. Achter in het atelier knippert iemand anders de verlichting aan, en terwijl nog meer toeristen volgepakt voor de laatste keer de poort door lopen, beginnen wij onze klim naar boven.
In de steile vicolo draait een auto zich uit een van de onmogelijk bereikbare garages, en duwt de naar boven lopende locali, en de naar beneden lopende toeristen tegen de muur om vervolgens naar beneden te rollen. De stokoude, door hele generaties houtworm aangetaste houten deuren sluiten hydraulisch. Niets wijst er meer op dat hier zojuist iemand een knap staaltje manoeuvreer techniek heeft laten zien.
In de Vicolo il moro staat een krom getrokken oud vrouwtje driftig haar stoep te boenen. Straks komen we haar waarschijnlijk tegen bij de groentehal of de kaasboer. Boven horen we al de fluitjes van de politieagenten. Met een extra zware bezetting zijn ze altijd aanwezig tijdens de markt om de hordes mensen en de grote stromen auto’s in goede banen te kunnen lijden. Althans, dat beeld hebben ze zelf.
Het is nog aardig rustig op de Piazza della Repubblica. Er staan 5 politieagenten, en enkele dametjes lopen nog met een vestje omgeslagen heen en weer te slenteren en te discussiëren. Ze maken voorlopig nog geen aanstalten om richting de markt te gaan.



Daarnaast verzamelen de eerste oude mannetjes zich al op de bankjes voor de Spar en de Immobilare, maar met verder een drietal Amerikaanse Francis Mayes fans heb je het wel gehad.



We lopen om het hek heen dat het verkeer moet tegenhouden , en lopen langs de trap van het oude gemeentehuis richting de Sandy Bar. De bar vormt een strategisch uitzicht op de Piazza Signorelli, de place to be op zaterdagmorgen.
Ook de enkele auto die van bovenaf de Piazza opduikt rijdt stoïcijns om het hek heen, om vervolgens gewoon door te tuffen. De agenten letten er niet eens op. Verspreid over de Piazza staan ze te beppen tegen de locali. Als het fluitje al gebruikt wordt is het misplaatst machtsvertoon dat volledig genegeerd wordt, of er wordt gefloten tegen een passerende 4x4 Panda met een bekende achter het stuur die ook gewoon het hek negeert.
Binnen in het barretje bestellen we onze cappuccino met enkele brioches, een vast ritueel, en lopen naar buiten om een plekje in te nemen op het kleine terrasje waar enkele tafeltjes een perfect uitkijkpunt vormen op een live theater dat zijn weergave niet kent.
De marktkooplui op de piazza Signorelli zijn nog druk in de weer met het uitklappen van hun karren en koopwaar. Enkele mensen snuffelen al voorzichtig tussen de spullen. Met lange haken worden de bloemetjesjurken en de heren pyjama’s aan de luifels gehangen. De omgekeerde paraplu’s worden volgegooid met de koopjes van de dag.
Tup neemt plaats op het meest strategische punt direct naast de ingang van de bar, om zo het hele tafereel goed te kunnen volgen. Ik stap terug naar binnen om de sleutel van het toilet te vragen. Een halve boomstam als sleutelhanger moet er voor zorgen dat de sleutel blijkbaar niet kwijt raakt, of niet meegenomen wordt.



Binnen staan de dames in afwachting van de gereedkomende kramen aan de bar hun cappuccino te drinken. Ze staan tegen elkaar, en tegen de dame achter de bar te praten. Een druk gebarende en gesticulerende man op een stoeltje langs de muur mengt zich ogenschijnlijk ongevraagd in het gesprek, en doet moeiteloos mee met de discussie, zonder in te calculeren of men nu wel of niet naar hem luistert.
He, heerlijk dit. Dit heb ik nu een jaar lang moeten missen.
Als ik de sleutel van het toilet inlever en alvast een tweede ronde cappuccino’s bestel, komt Carmen binnen. Een locale beroemdheid (althans dat hebben wij er door de jaren heen van gemaakt). Bijna wil ik haar begroeten als een oude bekende, alleen kent ze mij niet. Sterker nog, ze neemt me niet eens waar. Ze besteld direct een cappuccino en een brioche. Vervolgens mengt ze zich moeiteloos in de aan de gang zijnde discussie. Al snel lijkt het op een wedstrijdje heftig armzwaaien.
Ik loop met de man van de vrouw achter de bar mee naar buiten. Terwijl hij onze bestelling neer zet, houdt Tup me op de hoogte van hetgeen ik nu al allemaal heb moeten missen.
Langzaam lekt een parade van inheemse dames met vestjes en oude mannetjes de Piazza over, en begint de stroom zich als een al eeuwenlang uitgevoerd ballet moeiteloos tussen de overvolle kramen door te bewegen. Op de hoek van de Sandy bar klampen verschillende dametjes en heertjes zich aan elkaar vast om de laatste nieuwtjes uit te wisselen. Bij een van de kramen voor ons wordt al heftig onderhandeld over de prijs van een polo.
Met beleid strooi ik de suiker in mijn tweede cappuccino, en geniet. De eerste heb ik snel achterover geslagen, maar van deze ga ik extra genieten. Het feest kan beginnen, en al roerend door het dikke schuim zak ik achterover in mijn stoel.
3 dametjes staan midden op straat overduidelijk een lokaal schandaal uit te wisselen. Een van de dametjes verteld het verhaal. Opperhoofd-vestje, de belangrijkste in de rangorde van de vestjes, staat met haar handen op haar rug rustig het verhaal al beamend aan te horen. Ze blijft daarnaast om zich heen kijken, om maar niets te hoeven missen van wat er allemaal gebeurt. Als de roddel volledig is uitgewisseld gaan de dames al Ciao’end net zo snel uit elkaar als dat ze bij elkaar zijn gekomen. Opperhoofd-vestje praat feilloos door met de volgende lokale bewoner die langs slentert, een man die al wel met overvolle tassen loopt.
Ook de omliggende winkeltjes worden opengeklapt, en alle koopwaar wordt geroutineerd op straat uitgestald of aan de muur gehangen. Naast mij loopt de dame die zojuist de polo voor een scherpe prijs heeft weten te bemachtigen al pratend tussen de andere tafeltjes door. Ze draait zich plotseling verontwaardigend om, en vraagt zich hardop af waarom haar man niet automatisch achter haar aan loopt, laat staan waarom hij niet luistert. Ze gebaart druk naar haar man, die midden in de loop rustig staat te praten met een ander mannetje. Hij klopt rustig op de arm van het mannetje, en begeeft zich vervolgens richting zijn vrouw zodat ze tenminste door kan gaan met waar ze was gebleven.
Ook opperhoofd-vestje loopt de bar binnen en begint in het luchtledige aan een onderwerp, gewend aan het feit dat men toch automatisch naar haar begint te luisteren. En ze heeft gelijk. De barman roept terug, en ze krijgt gelijk gezelschap van weer een nieuwe kudde vestjes.
We hebben onze tweede cappuccino op, en maken ook maar aanstalten om de markt op te gaan. Onze plaats wordt direct weer ingenomen door de dames van het winkeltje aan de overkant. De spullen hangen buiten, de winkel is open. Nu is er tijd voor cappuccino. Zo gemakkelijk kan het leven zijn.
Rustig mengen we ons tussen de druk pratende, handelende, wapperende en in duo formatie lopende cortonezen door. De hotspot deze ochtend is zoals altijd de ingang van de groente- en fruithal.
Als de lokale bevolking binnen al is uitgeschreeuwd over de in hun ogen belachelijk hoge prijzen die de groentestallen durven te vragen aan de Koninklijke Cortonezen, dan staan ze wel bij de ingang druk te discussiëren. Hun tasjes worden gebruikt om druk mee te wapperen, om zo hun standpunten te verduidelijken.



Een andere hotspot is de slager slash kaasboer. Deze zit in het smalle steegje naar de Piazza della Duomo. Ook hier weer tussen het aanwijzen en hoeveelheids-besprekingen door, discussies over stijgende prijzen, politiek en burengerucht. Het is heerlijk om je tussen de tetterende menigte door te drukken. Ze letten ook helemaal niet op je, ze zijn veel te druk met hun eigen leven. Als we ons vrij hebben weten te maken uit de menigte komen we uit bij de kerk op de Piazza della Duomo. De piazza vormt een perfect uitkijkpunt over de vallei. Een oase van rust valt over me heen.
We zetten onze eerste plastic tasjes met koopwaar neer, en hangen over de rand om naar beneden te turen. Aan de voet van de muur wordt druk gevochten om parkeerplaatsen.
Zaterdagmorgen is de enige morgen dat de originele bevolking van Cortona en zijn vallei in de meerderheid zijn. Omdat ook de eerste groepjes reisgidsen en fotocamera’s zich al weer achter elkaar naar boven begeven, snap ik ook wel dat de parkeerplaatsen op dit tijdstip al net zo schaars zijn als regen in Augustus. Verder naar beneden ligt de begraafplaats van Cortona, ook daar draait de eerste auto met skibox de parkeerplaats op.



Rechts ligt de Santa Maria Nuova. Ik kan nog steeds geen verschil vinden met de Santa Maria della Grazie della nogwat kerk die aan de voet van Cortona ligt aan de andere kant van het dorp. Ik zal me er toch een keer in moeten gaan verdiepen, want cultureel en literair gezien sta ik nu waarschijnlijk te blunderen.
We pakken onze aankopen (o.a. enkele niet eens nodig hebbende theedoeken en tafellakens, het koopt zo lekker), en begeven ons opnieuw door de kluwen kwetterende Cortonezen.
Boven, aan het eind van de textielkramen staan twee politie agentes een beetje overbodig te zijn. Bij gebrek aan aandacht van de te druk met zichzelf bezig zijnde Cortonezen staan ze maar tegen elkaar te praten. Er wordt in ieder geval aan genoeg blauw op straat gedaan. Het is hier eerder alleen een sociaal toegevoegd element in plaats van een autoriteit.
Terug op de Piazza della Repubblica is het eindelijk een ouderwetse drukte. De trap naar het oude gemeentehuis zit al weer aardig vol, en de bankjes langs de kant van het plein zitten ook weer allemaal vol, en zijn omringt met hordes oude mannetjes.



Gepraat, gediscussieer, gesjouw met overvolle plastic tasjes, ge-ciao en het bijbehorende naroepen, en veel gewapper en gegrijp bij de arm. Cortona draait weer op volle toeren.
In de Via Nazionale zitten de terrasjes al weer vol met de eerste groepjes Amerikanen. Aan het eind komen we Francis herself tegen die een poging doet om onopvallend de markt te gaan bezoeken.
We lopen een atelier in waar ik vorig jaar een schilderij heb zien hangen wat me het hele jaar is bij gebleven, en we wilden weten of het er nog was. Het is een geweldig schilderij. Een niet cliché matig weergegeven fragment van het Toscaanse landschap, geschilderd op een houten paneel. Zo simplistisch als hij geschilderd is, zo intrigerend is het effect. Je blijft kijken en kunt met moeite je ogen er van loskoppelen.
Als we staan te praten met de dame van het atelier blijkt het om een schilderij te gaan van de bekende Italiaanse schilder Luigi Grassi. Ik had er nog nooit van gehoord, tot vandaag, en ik heb me dan ook maar direct voorgenomen de boeken er maar eens op na te gaan slaan. Hoe cultureel en literair onverantwoord we nu misschien ook staan over te komen, we vinden het gewoon een mooi schilderij , al is het maar om het effect van het 3 maal zo grote frame dat er om heen zit.
Bij een bekende schilder hoort een dito prijskaartje, maar verliefd geworden vraag ik er toch naar. Uit formaliteit wisselen we onze e-mail adressen uit. Vriendelijk Ciao-end nemen we afscheid, en verlaten het winkeltje om de via Nazionale weer in te stappen.
Francis loopt niet blij kijkend het café uit dat schuin tegenover het atelier ligt. Verder dan dat komt ze vanmorgen niet, en met een Italiaanse vriend (en nee, het is niet Ed) loopt ze het dorp weer uit, enkele helemaal van de kook zijnde, en hun gezicht tegen het raam drukkende Amerikanen in het café achterlatend.
Ook een Nederlander raakt op de parkeerplaats bijna van de weg af als hij Francis ontwaart, maar gelukkig staan ook hier drie agentes om dat te corrigeren. Ja Francis meid, dit heb je toch echt zelf in de hand gewerkt, het berouw komt na de zonde. Wat heb jij spijt als haren op je hoofd dat je alles bij naam en toenaam hebt genoemd.
Oh nee, ik zie trouwens nu pas dat het gaat om 3 agentes, en twee mannelijke agenten. De mannen waren zojuist klaar met het ondervragen van een brommer die gestopt was gewoon om te stoppen.



Voor een half uurtje nestelen we ons op de stadsmuur die een wijds en eindeloos uitzicht geeft op de Val Di Chiana. Daarna maken we aanstalten om de ochtenddrukte van Cortona te verlaten. Met de eerste uitgewinkelde bewoners lopen we terug naar onze auto. Het tegenverkeer dat naar boven loopt bestaat voornamelijk uit Nederlanders, Denen en Engelsen. Wij hebben het juiste ritme te pakken. Dag Cortona! Tot vanavond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten