
Zodra je de Rocca di Pierle bent gepasseerd zak je langzaam tussen de wijnvelden en de zonnebloemvelden. Vanzelf rij je langzaam het dorpje Mercatale binnen, onze huidige thuishaven. Nadat je de in de legendarische (en tot mythische proporties verheven(althans in onze ogen)) Trattoria Mimmi gepasseerd bent, steek je op de driesplitsing in het dorp (die bij gebrek aan beter dienst doet als dorpsplein) over richting Tuoro.
Vervolgens tuf je op je gemak naar het volgende groene gedeelte van deze route, en verlaat je al weer de val de Pierle. Wat volgt na een scherpe haarspeldbocht door wijngaarden is weer enkele verwaarloosde boerenhuizen en een ruïne van een kerkje. Daarna alleen maar een heerlijke rit door groene valleien via ontelbare haarspeldbochten. Het is veel terugschakelen en weer gas geven. De apotheose van deze rit volgt op het moment dat het genieten over begint te slaan in verveling en verzadiging. Perfect getimed volgt na een bocht langs een trattoria een uitzicht over het complete lago di Trasimeno. Bijna van de weg afrakend omdat je je ogen niet van het uitzicht kunt houden, zak je via het passeren van enkele agriturismo Tuore binnen.

De wijngaarden om het lago di Trasimeno zijn verantwoordelijk voor voornamelijk de colli di Trasimeno wijnen. Tuoro is gelijk kenmerkend voor alle dorpjes rond het lago di Trasimeno. Rustig, licht toeristisch, en weinig charismatisch. Tevens is het voor ons een verbinding met de rest van de wereld. Tuoro is het aansluitpunt op o.a. Perugia en de autosnelweg naar Firenze en Rome.
Wij hadden nog nooit de moed en de zin gehad om het lago di Trasimeno te bezoeken. En We hebben vandaag maar eens een middag uitgetrokken met als agendapunten Castiglione del Lago en Passignano sul Trasimeno.
We rijden door Tuoro richting Castiglione del Lago. Wat volgt is een saaie rit door een saai landschap met als kleine opleving af en toe een enkele doorkijk naar het meer. Als we in Castiglione aankomen gloort er hoop. Het uizicht op het hoger gelegen plaatsje (waar al lago dan voor staat begrijp ik niet helemaal) is goed. Met als markeerpunt het Moors aandoende kerkje Santa Maria Maddalena. We tuffen via de borden ‘centro alto’ naar de parkeerplaats onderaan de stadswallen, en stappen uit. Ik heb het gevoel in een vreemd gebied te zijn. Met vol goede moed klimmen we de trappen op naar de stadspoort.
Naast de poort staat een duidelijke plattegrond van het dorp. ‘Oh dat is een makkelijk dorpje, daar komen we makkelijk van af’, zegt Tup, en marcheert als eerste overtuigend door de poort het dorp in.

Wat volgt zijn veel cantina’s. Bij velen van hen staan opgezette everzwijnen voor de deur of hangt hun opgezette kop aan de muur. Binnen worden veel onduidelijke en inwisselbare wijnen verkocht. Halverwege de straat ligt rechts een leuk aandoend pleintje met een fontein. Daaromheen toeristisch georiënteerde eetgelegenheden. Vervolgens kom je via nog meer onduidelijke cantina’s en dichte winkels aan het einde van het dorp. Daar staat een kasteel wat dienst doet als openlucht bioscoop, en waar in de zomer verder ook openlucht concerten worden gegeven. Het uitzicht over het meer is hier saai. De rietkragen langs de oevers versterken deze saaiheid. De campings beneden met bijbehorende saaie strandjes doen mij de moed in de schoenen zakken. Dit is niets voor ons. We lopen naar de ingang van het Teatro. We staan voor dichte poorten. De ingang van de ruïne zelf zit aan de andere kant. We hebben al niet eens meer zin om daar naar toe te lopen, en slenteren terug het dorp in.
We hadden even geen zin meer om te lopen, en gingen bij een tentje zitten dat aan de hoofdstraat van het dorp ligt. Binnen bij de counter bestellen we beide een pizza met Funchi. De man begrijpt het niet, en vraagt of we Engels spreken. Ik zei ‘Si’, en begreep nu hem niet. Vervolgens ging hij me uitleggen dat Funchi ‘Mushroom’ was, en in het Engels ging hij ook de andere pizza’s uitleggen. Tup en ik stonden elkaar verdwaasd aan te kijken, en vroegen ons af of wij in een andere dimensie terecht waren gekomen. ‘Die is rijp voor Gubbio’, zegt Tup, en loopt naar buiten om te gaan zitten roken. Na het hele relaas van de fanatieke man bestel ik nogmaals dezelfde pizza Funchi en vraag hem vervolgens om acqua senza gas. Wederom gaat hij door in het Engels of ik with or without gas bedoel. Ik geef het op, en vindt het allemaal wel best. Ik loop naar het koelvak en trek 2 ijskoude flessen water uit de schappen en sla de deur snel weer dicht om de kou binnen te houden. Ik geef de man het geld, zo makkelijk mogelijk wisselbaar om een nieuwe discussie te voorkomen (het is namelijk goed mogelijk dat hij bij het zien van het contante geld begint over het feit dat je er niet kunt pinnen) en loop naar buiten in afwachting van de pizza’s.
Tup is bij gebrek aan beter de straatverlichting aan het fotograferen, en die ziet er inderdaad indrukwekkend uit. Echt Italiaans vakwerk en design, met gevoel voor omgeving en detail.
‘Mushroom’, klinkt er hard en vermoeid uit de keuken. Tup verslikt zich zowat in het water, en ik loop moedeloos naar binnen om de pizza’s te halen, mezelf afvragend waarom we hier eigenlijk zijn gaan zitten.
Na de maaltijd lopen we terug naar de Santa Maria Maddalena. Onderweg worden we alsof we in een hoerenbuurt zijn, de cantina’s ingelokt door verveelde op de automatische piloot werkende dames. Ze proberen ons allerlei specialties en vino te laten proeven. Er bekruipt me een naar gevoel, ik wil hier weg.
We duiken als laatste hoop de kerk in, en die is binnen gelukkig al net zo mooi als van buiten. Even hebben we een moment van genieten in Castiglione del lago. Daarna vluchten we het dorp uit.
Terug bij de auto leunen we nog even over de muur om naar beneden te loeren. Het uitzicht over het meer is helder. Beneden ligt het nieuwe gedeelte van Castiglione del lago, dat zal het del lago gedeelte dan wel zijn. As if i care.
Door de uitgestrekte vallei heen, ver aan de horizon, zie je Cortona liggen. Met weemoed naar die omgeving staan we het beeld te fotograferen.
‘Nou, tijd over. Wat nu?’, zegt Tup. Passignano dan maar, en we lopen terug naar de auto. Na een stukje snelweg komen we aan in Passignano sul Trasimeno. Nog zo’n uitdrukkingsloos dorp.
Als we de auto hebben geparkeerd op een groot en totaal leeg parkeerterrein slenteren we door het oude gedeelte van het dorp. Ik kan niets anders concluderen dan dat dit nou typisch zo’n dorp is met weer van die steegjes en doorkijkpunten. Maar dat dit er daarnaast een is die op geen enkel moment je vastgrijpt en omarmt. Anoniem glijdt het dorp langs je netvlies, niets blijft hangen. Verveeld en oververhit lopen we richting het water. Misschien zit daar wat vertier. Het stille strakke wateroppervlakte benadrukt de saaiheid van de omgeving. We staan naar het isola di Maggiore te kijken. Volgens de reisgidsen het derde ‘must see’ punt van dit meer.
Nou, als dat er al net zo uit ziet als wat we tot nu toe hebben gezien, kunnen we ons de moeite besparen.

Wat ze hier wel veel hebben is potterettes, dat moet gezegd worden. We struinen dan ook dankbaar door het gigantisch uitgebreide assortiment winkeltjes die langs de boulevard verkoeling krijgen van de dicht begroeide bomen. In een van de zaakjes kopen we als cadeau voor het thuisfront een asbak. ‘Diece’, zegt de dame achter de toonbank terwijl er volgens mij 8,50 op het stickertje op de bodem staat. Vuil kreng dat je er bent, denk ik en ik wil demonstreren, maar ik heb geen puf meer. Het Trasimeno heeft al het leven uit me weg gezogen. Ik laat tien euro uit mijn portemonnee vallen, wacht niet op een tasje of een goedbedoelde oude krant, en loop naar buiten. Eigenlijk heb ik spijt dat we het kreng überhaupt gekocht hebben. We hadden hem gewoon op de toonbank moeten laten staan, en weg moeten lopen, ik kan niet meer denken. Moedeloos slepen we ons naar de auto. Op naar Cortona!’, zingt Tup, en langzaam begint hij al weer harder te lopen.
Nou, inderdaad. Snel naar Cortona, snel naar huis. Lago di Trasimeno lijkt gedoemd om niets meer te worden dan een groot vangnet voor camping gangers, die (gelukkig) nergens anders hun heil kunnen vinden omdat de meeste gebieden hier god dank tegen beschermd zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten