‘Hoe kun je nu niet verliefd worden op een land dat chaos tot een structuur heeft weten te maken?

maandag 27 juni 2011

Val di Chiana

De oostkant van de Val di Chiana is een stuk van deze vallei waar je eerlijk gezegd niet zo snel naar toe gaat. Het is op het eerste gezicht een weinig inspirerende omgeving,en het was bij ons dan ook niet anders bekend dan de doorrij route tussen Cortona en Arezzo. Toch heeft het gebied een interessante geschiedenis, en met een open mind kom je er dan ook al snel achter dat het gebied wel degelijk een schoonheid in zich heeft.
Het gebied ligt globaal tussen de plaatsen Cortona, Bettolle en Arezzo, en is vlak en saai in vergelijking tot de rijke en glooiende heuvels richting Montepulciano en Montalcino, waar niet voor niets de beroemde kalender views en kodak points voor de belangrijkste beeldvorming hebben gezorgd zodra men denkt aan Toscane. Toch maken we ieder jaar een rit door dit gebied, omdat dit nou juist een stuk Toscane is wat wel degelijk bij de juiste beeldvorming hoort. Het gebied heeft iets spookachtigs, al zal dat met een aantal jaren wel anders zijn. Bezaaid in het vlakke en dorre landschap liggen her en de imposante en totaal vervallen gedrochten, Leopoldina genoemd.



Een "casa Leopoldina" is in het kort een boerderij gebouwd in Toscane in de 18e eeuw onder Groothertog Peter Leopold (toekomstige Leopold II het Heilige Roomse Rijk). Onder zijn leiding en op zijn specifieke aanwijzingen werden in die tijd deze opmerkelijke boerderijen gebouwd.
Het is bijna morbide om door dit, zo lijkt het, leegstaande gebied heen te rijden. Het is alsof een plotselinge plaag er voor heeft gezorgd dat alle bewoners zijn gevlucht om nooit meer terug te keren. De Leopoldini staan bijna allemaal leeg en zijn bijna allemaal veranderd in een onomkeerbare ruïne. Het is ongelofelijk dat deze huizen nog niet allemaal zijn opgekocht door gretige Amerikanen of Engelsen, want juist deze groeperingen zijn druk bezig om alle huizen in Toscane over te nemen. Althans, zo lijkt het. Vooralsnog ziet het er naar uit dat ze nog niet echt dit gebied hebben gevonden, en slechts een enkel vervallen exemplaar staat in de steigers om al dan niet smaakvol te worden omgetoverd in een herboren paleisje.
Het grootste gedeelte van deze markante gebouwen ziet er allemaal hetzelfde uit. Grote vierkante hoofdgebouwen omgeven door veel bijgebouwen. Er zitten geen ramen meer in en geen luiken. Grote gedeeltes van het dak en/of de muren zijn ingestort en overgroeid door massa’s klimop.
Plafonds en vloeren ontbreken, en vaak lijkt het of hele gebouwen doormidden zijn gespleten alsof ze iedere moment definitief in kunnen storten zodat de natuur er overheen kan groeien. Op veel gebouwen staat dan ook zeer begrijpelijk ‘Pericollo’ en nog een aantal waarschuwende teksten gespoten of geschilderd, wat vrij vertaald zoveel betekend als: instortingsgevaar, niet betreden, vallend puin.



Deze gebouwen intrigeren me enorm, meer nog dan welke Duomo in Italië dan ook. Wie heeft hier ooit gewoond? Waarom hebben ze het schijnbaar zomaar achtergelaten?
Van wie is het nu? Zijn we verboden bezig als we ze verkennen? En vooral rijst de vraag: wat zou je allemaal wel niet kunnen realiseren als je al deze prachtige gebouwen vol geschiedenis gaat herstellen in zijn oorspronkelijke staat? En moeten deze gebouwen niet gewoon gered worden van hun ondergang omdat ze zo belangrijk zijn voor de geschiedenis van Toscane? Ongetwijfeld zijn ze over enkele jaren omgetoverd in luxe villa’s voor rijke Amerikanen, en weelderige hotels voor verwende toeristen. Maar vooralsnog is dit gebied een grote begrafenis van oude gebouwen.
Eens moeten deze Leopoldini tot de mooiste en rijkste azienda’s van Italië hebben behoort, en moet er een goede boterham te verdienen zijn geweest. Vandaag de dag wordt hier niet veel wijn geproduceerd, maar de zogenaamde Supertoscaners lijken hier verder weg te zijn dan ze in werkelijkheid zitten. Er komt hier niet veel bijzonders vandaan wat de veeleisende toerist zal aanspreken, of het moet om een enkele uitzondering gaan zoals de Terre di Cortona van Avignonesi. Het meest bekend is dit gebied nog om de Chianina, de beroemde runderen die subliem vlees leveren waar menig topkok het hart sneller van doet kloppen.



Zelfs in de schappen van de supermarkt wordt het vlees met aparte egards behandeld, en ligt keurig gescheiden in zijn eigen gedeelte, apart van het ‘gewone’ rundvlees.
De ene Leopoldina is nog ingewikkelder ontworpen dan de andere, elk hoofdgebouw bestaat uit een brede hoge façade , op het dak een groot uitgebouw, wat oorspronkelijk de functie had van duiventil.
De boer met het meest kolossale, vaak kubusachtige, hoofdgebouw inclusief de meeste bijgebouwen, was de boer met het meeste aanzien.
Nu maakt de aanblik van de natuur die dwars door de plafonds en ramen groeit de huidige status alleen maar triester.
Het onbegrijpelijk vindend waarom dit gebied zo massaal kan worden achtergelaten toeren we als een soort rondrit door een openluchtmuseum van Leopoldina naar Leopoldina. Bij de meeste gebouwen stoppen we om na een survivaltocht door hoge begroeiingen met veelal venijnig stekende doornen en gevaarlijk scherpe takken, een blik te kunnen werpen door de ingangen en de ramen.
Als het gebouw ook maar enigszins het idee geeft dat betreding niet direct tot ‘dood onder puin’ lijdt, stappen we voorzichtig naar binnen en bestuderen de overweldigende grote ruimtes, die nu een naargeestig gevoel achterlaten. Grote hoge ruimtes en prachtige togen naar de daaropvolgende ruimtes. Wat moet het mooi zijn geweest. Grote scheuren lopen horizontaal en verticaal over de muren. Gigantische grote openhaarden die eens centraal moeten hebben gestaan voor het gezinsleven in deze woningen zijn nu niets meer dan een broednest voor weet ik veel wat allemaal. Ingestorte plafonds geven een royale doorkijk naar de eerste etage, of direct naar de hemel. Als ik in een van de huizen voorzichtig de trap aan de zijkant oploop om naar binnen te kijken en wil fotograferen schrik ik me rot. Of eigenlijk, de plaatselijke fauna schrikt van mij. De stilte van het pand wordt abrupt doorbroken door een hoop lawaai. Een grote groep duiven vliegt verschrikt op, en verlaat via gaten en ramen het pand. verschrikt vliegen ze de vallei in, een hoop stof en los dwarrelende veren achterlatend. Ik voel me ongemakkelijk dat ik ze op hun grond heb weggejaagd, wat heb ik hier ook eigenlijk te zoeken?



Het ene gebouw hangt van nog meer ellende aan elkaar dan de ander. Bij een van hen is de scheur zo groot geworden dat je met een enkele schop tegen de buitenkant, het hele gebouw als een kaartenhuis in elkaar kunt laten storten. Slechts opploffend stof achterlatend. En tot stof zult gij wederkeren.
Zoveel mogelijk huizen probeer ik te fotograferen. Waarom weet ik eigenlijk niet. Misschien om een goede investeerder te gaan zoeken, en hem zo een wereldkans voor te leggen? Of misschien is het omdat juist de vergankelijkheid van het bestaan me zo intrigeert. Maar ik denk dat ik het vooral doe om over tien jaar hier nog eens doorheen te rijden, en dan met verbazing al deze gebouwen langs te gaan. stuk voor stuk zijn het dan gerestaureerde gebouwen, en met weemoed zal ik dan terug denken aan dit moment.
Veel van deze gebouwen zijn in ieder geval niet meer te redden, en zullen in zijn geheel moeten worden afgebroken, om vervolgens naar aanleiding van de originele tekeningen opnieuw weer op te bouwen. Op dit moment rest er inderdaad niets anders dan er grofweg ‘Pericollo’ op te schilderen, en gewoon weg te rijden.
Verderop in onze tocht ontdekken we aan de rand van Foiano del Chiena dat enkele van deze gebouwen angstvallig bewoond blijven. Soms is slechts een klein deel nog bewoonbaar gehouden, en is trots omzoomd met ontelbaar veel bloembakken die de armoede van het gebouw moeten verdoezelen. De rest van het gebouw hangt er als zoveel anderen totaal opgegeven bij. Daken, ramen en deuren ontbreken. Een beetje weemoedig rijden we het gebied weer uit, ontelbaar veel ruïne’s achter ons latend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten